Toegang tot het reservewiel

Het reservewiel ligt onder de vloer van de bagageruimte. Afhankelijk van de uitvoering is er een standaardformaat stalen of lichtmetalen reservewiel aanwezig. In sommige landen wordt de auto geleverd met een “noodreservewiel”. U kunt het reservewiel verwijderen door de volgende stappen te volgen:

  • Klap de bodembekleding van de bagageruimte omhoog.
  • Haal de gereedschapset uit het reservewiel.
  • Draai de centrale moer los.
  • Verwijder de bevestigingsonderdelen (moer en bout).
  • Til het reservewiel aan de achterzijde op en trek het naar u toe.
  • Neem het wiel uit de bagageruimte.

Veilig positioneren van de auto

Parkeer de auto op een plaats waar u het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat deze op een horizontale, stabiele en verharde ondergrond staat.

Handgeschakelde transmissie

Bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak schakelt u de eerste versnelling in om de wielen te blokkeren, trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de automatische stand staat, en zet het contact af.

Automatische transmissie

Bij een auto met een automatische transmissie selecteert u stand P om de wielen te blokkeren, trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de automatische stand staat, en zet het contact af. Controleer of de lampjes van de parkeerrem op het instrumentenpaneel blijven branden.

Veiligheidsmaatregelen:

  • Plaats indien nodig (indien de auto niet vlak staat) een wielblok achter het wiel kruislings tegenover het te verwisselen wiel!
  • Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt!

Verwijderen van het wiel

Controleer voordat u met de werkzaamheden begint of alle benodigde gereedschappen aanwezig zijn conform de handleiding in het instructieboekje!

  • Verwijder de sierdop van de wielbouten met het geel gekleurde gereedschap (7) bij lichtmetalen velgen.
  • Draai de wielbouten een omwenteling los met de wielsleutel (5).
  • Indien uw auto is uitgerust met slotbouten, moet u eerst de slotdop (2) op de wielsleutel plaatsen en de slotbout een omwenteling losdraaien.
  • Plaats het voetstuk van de krik op de grond, recht onder een van de twee krikpunten aan de voorzijde of achterzijde. Gebruik
    het krikpunt (A) dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt.
  • Draai de krik uit totdat de kop van de krik het krikpunt raakt; het contactvlak van het krikpunt moet goed in het middelste
    deel van de kop van de krik steken.
  • Krik de auto op totdat er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het reservewiel te monteren.
  • Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats.
  • Verwijder het wiel.

Monteren van het wiel

Controleer altijd, voordat u het reservewiel monteert, of er voldoende spanning op de band staat. U kunt dit doorgaans onderweg niet meten met een bandenspanningsmeter, maar wel controleren door het wiel voorzichtig tussen uw benen op de grond te laten stuiteren.

In de meeste gevallen zult u een reservewiel met stalen velg of noodreservewiel monteren. Als de auto is voorzien van lichtmetalen velgen, raken de ringen de stalen velg of het noodreservewiel niet. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.

  • Plaats het wiel op de naaf.
  • Draai de bouten met de hand vast.
  • Draai de slotbout met de wielsleutel (5) en de dop (2) handvast.
  • Draai de overige wielbouten met alleen de wielsleutel (5) handvast.
  • Laat de auto weer volledig zakken en verwijder de krik.
  • Draai de slotbout met de wielsleutel (5) en de dop (2) vast.
  • Draai de overige wielbouten met alleen de wielsleutel (5) vast, doe dit kruislings.
  • Bevestig eventueel de doppen op de de wielbouten (afhankelijk van de uitvoering).
  • Berg het gereedschap op.

Belangrijke aandachtspunten

  • Met een noodreservewiel. Schakel bepaalde rijhulpsystemen uit (Active Safety Brake, Adaptieve snelheidsregelaar enz.). Rijd niet sneller dan 80 km/h. Het is verboden om met meer dan één noodreservewiel te rijden.
  • Laat het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reservewiel zo snel mogelijk door een gekwalificeerde werkplaats controleren. Laat de lekke band controleren en daarna repareren of vervangen.

Wij helpen u graag!

In dit artikel heeft u in ieder geval een algemene instructie kunnen raadplegen met de benodigde stappen om het reservewiel zelf te monteren. Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunnen zaken afwijken van deze instructie. Raadpleeg daarom altijd uw instructieboekje voor de exacte details die voor uw auto van toepassing zijn.

Natuurlijk helpen wij u graag bij het beoordelen van uw lekke band en zorgen we ervoor dat u weer met een gerust hart de weg op kan. Bent u niet helemaal zeker of u het allemaal goed hebt begrepen? Neem gerust contact met ons op.

In onze werkplaats leveren wij al meer dan 55 jaar vakmanschap. Dat doen we met goed opgeleide monteurs, opgeleid en gecertificeerd door PSA (Peugeot, Citroën, DS en Opel). Vanzelfsprekend beschikken onze monteurs over speciale PSA testapparatuur en gereedschappen. Wij staan voor u klaar om voor u deze werkzaamheden uit te voeren!

Online instructieboekjesAfspraak maken